e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laak

Overzicht

Gevonden: 1208
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pronken prijken: prijken (Laak), pronken: proenke (Laak) prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)] III-1-3
pruis pruis: Pruus (Laak) Pruis [SGV (1914)] III-3-1
pruisen pruisen: Pruse (Laak) Pruisen (land) [SGV (1914)] III-3-1
prutser sukkelaar: sukkeleer (Laak) sukkelaar [SGV (1914)] III-1-4
punt, stip punt: puntj (Laak) punt [SGV (1914)] III-4-4
putzwengel wip: wøp (Laak) [SGV (1914)] I-7
raad raad: räod (Laak) raad [SGV (1914)] III-1-4
raar, vreemd vreemd: vrèmdj (Laak) 01; vreemd [SGV (1914)] III-1-4
raat graat: groǝt (Laak) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raden raden: râoje (Laak) raden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4