e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijstepap rijstepap: riêstepap met sókker en kenieël (Laar) rijstepap met suiker en kaneel III-2-3
rijstevlaai rijstevlaai: riêstevlaaj (Laar) rijstevlaai III-2-3
ringen trompen: trumpǝ (Laar) Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.] I-12
ringen, randen verwijderen van peulvruchten liezen: leeze (Laar) ontdoen, van draden— I-7
ringhout meelring: [meel]reŋ (Laar) Het ronde hout waarop de steenkuip staat. Zie ook afb. 81. Het woorddeel ømeelŋ- is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmeelɛ.' [N O, 19b; Sche 49; Vds 145; Jan 152; Coe 133; Grof 154; A 42A, 36 add.; N D, 33 add.] II-3
ringmeel ringmeel: reŋ[meel] (Laar) Meel dat rondom de ligger in de steenkuip gevallen is. In l 288b verstond men onder ringmeel het meel dat rondom de stenen zat. Wanneer de stenen pas gescherpt waren en de molen opengebroken was geweest, gooide men er ringmeel over alvorens met malen te beginnen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømeelŋ het lemma ɛmeelɛ.' [N O, 37e; Vds 161; Jan 166; Coe 151; Grof 179; A 42, add.; A 42A, 48 add.] II-3
ringmus kransje: krênske (Laar), ringelmus: rîngelmös (Laar), tjefke: tjefke (Laar) ringmus III-4-1
rins rins: Rinse boeëter: ranse boter  rins (Laar) zuur, rans III-2-3
riviergrondel zandgeufje: vanwege "geufje"ondergebracht bij grondeling (is niet modderkruiper!)  zântguuŭĕfke (Laar) grondeling, modderkruiper III-4-2
rode aalbes hondsberen: hóngsbieër (Laar), lievevrouwkebeertjes: leevevrouwkebieërke (Laar), miemerten: mv.  miêmerte (Laar) aalbes I-7