e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijnaam bijnaam: beejnaam (Laar) bijnaam III-2-2
binnenbeer binnenbeer: benǝbiǝr (Laar) Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.] I-12
blad (alg.) blad: blaât (Laar) blad III-4-3
blad, bladeren van een plant blad: blāt (Laar), blader: blār (Laar) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
bladerdeeg schilferdeeg: schilferdeîg (Laar) bladerdeeg III-2-3
bladrozet van de paardebloem aardgal: mv.  aertgalle (Laar) suikerij, wilde III-4-3
blaffen bellen: beule (Laar), blaffen: blaffe (Laar) blaffen III-2-1
blaker blaker: blōͅkər (Laar) luchter III-2-1
blankvoorn, voorn geeloog: gaeloug (Laar), ruts: ruts (Laar) blankvoorn || voorn III-4-2
blauwe bosbes molsbeer: môlsbieër (Laar), waalsbeer: waolsbieër (Laar) bosbes || bosbes, blauw III-4-3