25116 |
bui, regenbui |
bijs:
(meervoud: beeze; verkleinwoord: beeske).
bees (L288b Laar),
boes:
ps. blz. 69 van deel 2 (N-W).
boes (L288b Laar)
|
bui, regenbui
III-4-4
|
20455 |
buitenechtelijk kind |
voorloper:
Nederweert; cf. VD s.v. "voorkind"= "kind uit een vroeger huwelijk of vóór iemnads huwelijk met een ander geboren
veurluiper (L288b Laar)
|
kind dat vóór het huwelijk geboren wordt
III-2-2
|
24459 |
bunzing |
fis:
fis (L288b Laar),
vis (L288b Laar)
|
bunzing
III-4-2
|
20238 |
buurten, aangaan, bezoeken |
opzoeken:
opzeuke (L288b Laar)
|
opzoeken
III-2-2
|
20265 |
buurten; aanlgaan, bezoeken |
buurten:
buurte (L288b Laar)
|
buurten, gezellig praten
III-2-2
|
20014 |
camelia |
schone juffer:
schoeënjuffer (L288b Laar)
|
camelia
III-2-1
|
24604 |
canadapopulier |
canadas:
kannedas (L288b Laar)
|
populier, canadese —
III-4-3
|
19671 |
canapé, sofa |
canapè:
kanəpē (L288b Laar)
|
canapé, soort sofa
III-2-1
|
33749 |
castreren |
snijden:
snēǝ (P167p Laar)
|
Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
29989 |
cement |
cement:
sǝmɛ.nt (L288b Laar)
|
Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.]
II-9
|