e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eend eend: ęŋ (Laar) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eendekroos eendemoos: aendjemoos (Laar) eendekroos III-4-3
eenmaal geschoren schaap scheerling: sxē̜rleŋ (Laar) Bedoeld wordt een schaap dat eenmaal is geschoren en één paar vaste tanden heeft. Het schaap wordt voor de eerste keer geschoren als het ongeveer 15 maanden oud is. Het heeft twee tanden als het ongeveer een-en-driekwart jaar oud is. Men kan zeggen dat het in dit lemma gaat om een schaap van ongeveer 15 maanden tot ongeveer 2 jaar. [N 77, 12; N 77, 13; N 70, 6a; JG 1d; AGV, m 3; monogr.] I-12
eer eer: ieër (Laar) eer III-1-4
eerlijk eerlijk: ierlijk (Laar) eerlijk: Jullie moeten die snoepjes - delen [DC 39 (1965)] III-1-4
eetlust fames: faames (Laar), fanes: Ich hep ¯ne gooje faanes  faa’nes (Laar) honger, trek III-2-3
egel stekelvarken: staekelvêrreke (Laar), stēkəlvēͅrkə (Laar) egel [DC 04 (1936)] III-4-2
eierdopje eierdopje: eijerdöpke (Laar) eierdopje [DC 39 (1965)] III-2-1
eiermand eiermandje: ęjǝrmɛntjǝ (Laar) Mand om eieren in te vervoeren. [N 40, 97; N 40, 111; N 40, 112; N 40, 113; monogr.] II-12
eigenwijs eigenwijs: eîgewiês (Laar) eigenwijs III-1-4