19046 |
geduld |
geduld:
gedäöltj (L288b Laar)
|
geduld
III-1-4
|
24150 |
geelgors |
gele schrijver:
gaeleschriêver (L288b Laar)
|
geelgors
III-4-1
|
20796 |
geeuwhonger |
geeuwhonger:
gieëhônger (L288b Laar)
|
geeuwhonger, plotselinge hevige honger en toch kan men geen eten zien
III-2-3
|
33705 |
gegraven waterloop |
graaf:
grāf (L288b Laar)
|
In het algemeen is in dit lemma sprake van een gegraven waterloop als afscheiding of om overtollig water af te voeren of om te bewateren. In dialectenquêtes zijn er veel vragen gesteld naar de benamingen voor een sloot, graaf of gracht. In de antwoorden bleek veel overlap te zitten. Het gaat hier om waterlopen die verschillend van breedte kunnen zijn. Omdat de antwoorden hierover niet eenduidig waren, was het niet mogelijk aan een begrip een vaste breedte toe te kennen. Algemeen kan men zeggen dat een gracht een bredere sloot is, een graaf een wat bredere, vaak droge sloot, en dat een goot, grub en zouw wat smallere waterlopen zijn. Het overeenkomstige bij alle waterlopen is dat ze gegraven zijn. [N 27, 24; AGV, m1; A 20, 1c; A 20, 1d; A 10, 21; A 2, 48; L 24, 27; L 1a-m; L 36, 4; L A1, 62; Lu 1, 5; R 14, 23j; S 11, 33; monogr.]
I-8
|
18803 |
geheugen |
geheugen:
gehuuëge (L288b Laar)
|
geheugen
III-1-4
|
20461 |
geil, wellustig |
hitsig:
hitsig (L288b Laar)
|
hartstochtelijk, zeer vurig
III-2-2
|
27539 |
geit |
geit:
gēǝt (P167p Laar),
gęi̯t (L288b Laar)
|
Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.]
I-12
|
19265 |
gek |
bram?:
bram (L288b Laar)
|
gek (bijvoeglijk nmw.)
III-1-4
|
19266 |
gek persoon |
flabbes:
flabbes (zn.) (L288b Laar),
flap:
flap (zn.) (L288b Laar),
gadenpaap:
gaajepaap (zn.) (L288b Laar),
geelis:
geelis (zn.) (L288b Laar)
|
gek || komiek, zot dwaas || komiek, zot, dwaas
III-1-4
|
24483 |
geknotte wilg |
soets:
soêts (L288b Laar)
|
knotwilg
III-4-3
|