e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1547
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kuiken kiekje: kikskǝ (Laar) Jong van een kip. [A 6, 1d; Wi 4; RND 1; L 6, 20a; L 42, 32; JG 1a, 1b, 2c; S 14; Gwn 5, 15; Vld.; monogr.] I-12
kuip kuip: kū.p (Laar) In het algemeen een wijd vat, meestal van hout, van boven open en daar ook iets wijder dan aan de onderzijde. [N E, L; S 19; L 1a-m; L 17, 18a; monogr.] II-12
kuiper kuiper: kȳpǝr (Laar) Vakman die houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [A 32, 10; S 20; L 1a-m; L 29, 13; monogr.] II-12
kuipersbedrijf kuiperij: kȳpǝrej (Laar) Het bedrijf waar men houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [monogr.] II-12
kuit reuchel: reuchel (Laar) viskuit III-4-2
kundig capabel: kómpaabel (Laar) kundig III-1-4
kussen kussen: køͅsə (Laar) kussen III-2-1
kussensloop kustijk: køͅstēk (Laar), kustreksel: køͅstreͅksəl (Laar) kussenovertrek, kussensloop III-2-1
kwaal kwaal: kwoal (Laar) kwaal [DC 02 (1932)] III-1-2
kwabaal en puitaal aalpuit: klein soort paling  aolpoêt (Laar) puitaal III-4-2