e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

Gevonden: 2852
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jurk kleed: e blauw kleid (Lanaken), en blaw klēd (Lanaken), kətūnə klijt (Lanaken), kɛtoene kleid (Lanaken), ə blauw klijt (Lanaken), kleedje: kət/ŏuunə kleͅtšə (Lanaken) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] III-1-3
jus, vleesnat jus: ju (Lanaken), jus (Lanaken), žy (Lanaken) vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaal duivenjong kakjongen: kàkjoŋə (Lanaken) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaam kaam/kamen: kø̄m (Lanaken), kø̜̄m (Lanaken), kɛm (Lanaken) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krappen: krápə (Lanaken) kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaar kaar: kǭ.r (Lanaken) Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.] II-3
kaars kaars: kēͅ.rs (Lanaken) kaars [RND] III-2-1
kaarten (ww.) kaarten: koͅ:rtə (Lanaken), koͅrtə (Lanaken), tuisen: Briegden (Lanaken).  tūsə (Lanaken) kaarten [RND] || Kaarten (werkwoord). || Kaarten: met de kaart spelen. [ZND m] III-3-2
kaas kaas: kĭĕs (Lanaken) kaas [RND] III-2-3
kaatsen met de bal spelen: mitə bal tə spe.lə (Lanaken), prikken: prekə (Lanaken), prikke (Lanaken), wordt gebruikt in plaats van kaatsen  prikken (Lanaken) kaatsen [RND] || Kaatsen. [ZND m] || Kent u het werkwoord kaatsen (met de bal)? [ZND 41 (1943)] III-3-2