e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mond mond: groete moond (Lanaken), grutə mōnd (Lanaken), grūtə mōnt (Lanaken), mo:nt (Lanaken) een grote mond [ZND 31 (1939)] || mond [RND] III-1-1
mond (spotnamen) bakkes: #NAME?  zən bakkəs āfspēlə (Lanaken) mond (bakhuis) [ZND m] III-1-1
mondstuk embouchure (fr.): embouchure (Lanaken), lidje: [sic]  het leedje (Lanaken), mondstuk: mōntstək (Lanaken) Hoe heet het mondstuk van een muziekinstrument; zet het bepalend lidwoord er voor, zodat het geslacht duidelijk wordt. [ZND 39 (1942)] III-3-2
mondvol bof: ene boef (Lanaken), mondvol: ene moondvol aafbieten (Lanaken), ənə mōntvol āfbītə (Lanaken) hap (mondvol) (afbijten) [ZND 32 (1939)] III-4-4
monicazak monicatas: mōnikateͅs (Lanaken) een binnenzak met ruimte tussen de zak en het pand (monikazak?) [N 59 (1973)] III-1-3
monnik pater (lat.): pater (Lanaken), ənə pātər (Lanaken, ... ) Een monnik. [ZND 31 (1939)] III-3-3
mopperen (tegensputteren) mopperen: mopperen (Lanaken) preutelen: betekenis [ZND 40 (1942)] III-1-4
mosterd mosterd: mosterd (Lanaken), mostert (Lanaken), moͅstərd (Lanaken) mosterd [ZND 31 (1939)] III-2-3
mot mot: ook in ZND 31, 038  mot (Lanaken) mot [ZND 01 (1922)] III-4-2
motor moteur: mətø͂ͅr (Lanaken), p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  mo`teur (Lanaken) motor [RND] || motor (Duits Motorrad) III-3-1