18170 |
pak, kostuum |
pak:
pak (Q088p Lanaken)
|
een herenkostuum [N 59 (1973)]
III-1-3
|
24489 |
palmboompje |
palm:
verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041
paam (Q088p Lanaken),
palmboompje:
verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041
palmbuimke (Q088p Lanaken),
palmstruik:
verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041
paamstruuk (Q088p Lanaken)
|
palmboompje [ZND 15 (1930)]
III-4-3
|
18295 |
pantoffel |
pantoffel:
pantōēfəl (Q088p Lanaken),
slof:
slof (Q088p Lanaken),
ənə slōf (Q088p Lanaken)
|
pantoffel [ZND 40 (1942)] || Slof, een paar sloffen. Bedoeld worden ruime pantoffels van ruwe stof (zelfkant) zonder of met neergetrapt achterstuk (fr. chaussons de lisière) [ZND 48 (1954)]
III-1-3
|
21126 |
papier |
papier:
papier vərfrūmələ (Q088p Lanaken),
papīr vərfrommələ (Q088p Lanaken),
pəpir vərfrōmmələ (Q088p Lanaken),
pɛpier fromelen (Q088p Lanaken)
|
papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
18194 |
paraplu |
paraplu:
paraplu (Q088p Lanaken),
ənə paraply(3)̄ (Q088p Lanaken)
|
paraplu [ZND 40 (1942)]
III-1-3
|
21950 |
paren van de duiven |
paren:
pōͅ.ərə (Q088p Lanaken)
|
Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
23283 |
parochie |
parochie:
`dorp`
z. toel. (Q088p Lanaken),
`kerk. gemeente met pastoor`
pərochi (Q088p Lanaken),
`kerkelijke gemeente met pastoor, waar er 2 parochies in het dorp zijn`
parochie (Q088p Lanaken)
|
Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
28840 |
pasband |
lits:
lets (Q088p Lanaken)
|
Linnen bandje dat in een kledingstuk wordt meegenaaid om uitrekken te voorkomen. [N 59, 41; MW]
II-7
|
23231 |
pasen |
pasen:
pōͅse vilt lōͅt (Q088p Lanaken)
|
Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)]
III-3-3
|
34046 |
pasgeboren kalf |
nuchter kalf:
nø̄xtǝr [kalf] (Q088p Lanaken)
|
[N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|