33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
plaats waar het voer wordt gegooid:
plāts bu ǝt ˲vō ̝r wø̄rt gǝgui̯t (Q088p Lanaken)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
25107 |
bewolkte lucht |
bewolkte lucht:
bewolkte (Q088p Lanaken),
bewolkte loch (Q088p Lanaken),
donkere lucht:
doonkele loch (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken),
overtrokken lucht:
øvərtrokkə lox (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken)
|
bewolkt [ZND 32 (1939)]
III-4-4
|
18839 |
bezadigd |
bezadigd:
ook materiaal znd 21, 18
bəzadig mān (Q088p Lanaken),
voorzichtig:
ook materiaal znd 21, 18
veurzichtig maan (Q088p Lanaken),
zuinig:
ook materiaal znd 21, 18
zŭĭnəx mān (Q088p Lanaken)
|
bezadigd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bessem:
bɛsǝm (Q088p Lanaken),
bezem:
beͅsəm (Q088p Lanaken),
bɛsəm (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken)
|
bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
bezemstek:
bɛsəmstɛk (Q088p Lanaken),
steel:
stēl (Q088p Lanaken)
|
bezemsteel [RND] || de steel van een bezem, van een bloem [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
19302 |
bezig |
aan de gang:
aan de gang (Q088p Lanaken),
bezig:
bēzex meͅt (Q088p Lanaken)
|
bezig zijn [ZND 19a (1936)]
III-1-4
|
19303 |
bezig zijn |
bezig zijn:
zien beizig (Q088p Lanaken)
|
bezig zijn [ZND 19a (1936)]
III-1-4
|
21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezeuke (Q088p Lanaken),
bəz"kə (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken),
bəzøkə (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken)
|
Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
17996 |
bibberen |
beven:
beive (Q088p Lanaken),
bēͅvə (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken,
Q088p Lanaken,
Q088p Lanaken),
bibbelen:
bubbele (Q088p Lanaken),
bøͅbbələ (Q088p Lanaken),
rijdelen:
rëjələ (Q088p Lanaken),
rijderen:
reijərə (Q088p Lanaken),
rëjərə (Q088p Lanaken)
|
beven, bibberen [ZND 21 (1936)]
III-1-2
|
23200 |
bidden |
beden:
de moos beije (Q088p Lanaken),
dich mos bijə (Q088p Lanaken),
də mōs beijə (Q088p Lanaken),
də mös bijə īn də keͅrk (Q088p Lanaken),
mos kort
də mōs beijə (Q088p Lanaken)
|
Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|