22752 |
polichinelle |
assepoester:
assepoester (Q088p Lanaken)
|
Polichinelle. [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|
31455 |
polijsthamer |
polierhamel:
polērhōmǝl (Q088p Lanaken)
|
Hamer met bolvormige en platte kop die bij het koperslaan wordt gebruikt voor het gladmaken van het bewerkte koper. Volgens Kuyper (pag. 365) wordt ook vertind blik vóór het richten met de polijsthamer bewerkt, ten einde het vertinsel blank en glanzend te maken. Zie ook het lemma "afkloppen" en afb. 151. [N 64, 39e; N 66, 6e; N 66, 30; monogr.]
II-11
|
21569 |
politie |
politie (< lat.):
de poliessie hèd hɛm aangeha͂we (Q088p Lanaken)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21437 |
politieagent |
bode:
boi (Q088p Lanaken),
ənə bōi (Q088p Lanaken),
diender:
deender (Q088p Lanaken)
|
Hoe heet << een politieagent >> ? [ZND 40 (1942)] || Politieagent. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
18292 |
polsmof |
moffel:
moffəl (Q088p Lanaken),
mouwtje:
muikəs (Q088p Lanaken),
polsmofje:
polsmufkes (Q088p Lanaken)
|
een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)]
III-1-3
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
(een) geappelde:
gǝapǝldǝ (Q088p Lanaken)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
29093 |
pompen, vermaken |
veranderen:
vǝrāndǝrǝ (Q088p Lanaken)
|
Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW]
II-7
|
31183 |
pompenmaker |
pompenmaker:
pǭmpǝmē̜kǝr (Q088p Lanaken)
|
Koperslager die zich vooral toelegt op het vervaardigen en plaatsen van waterpompen. Toen in L 329 de waterleiding haar intrede deed, bleef daar aanvankelijk pompenmaker het woord om een loodgieter aan te duiden; thans wordt het woord in deze betekenis vrijwel niet meer gebruikt. [N 66, 56; L 34, 17a; monogr.]
II-11
|
31649 |
pomphaak |
pomphaak:
pǭmphāk (Q088p Lanaken)
|
Lange ijzeren stang met kop en haak waarmee men het slot van een pomp kan openen. De zuiger van de pomp dient daartoe eerst verwijderd te worden. De pomphaak wordt gebruikt bij herstellingen of, bij vriesweer, om de pomp te laten leeglopen. Zie ook afb. 243. [N 64, 134a; N 66, 50a]
II-11
|
28733 |
pompier |
retoucheur:
rø̜tyšø̜̄r (Q088p Lanaken)
|
Persoon die kleding verandert of de kleermakersknecht die in de pomp werkt, dat wil zeggen de kleermaker die in een confectiemagazijn het confectiewerk passend maakt. [N 59, 195c]
II-7
|