e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sneeuwx sneeuw: sni (Lanaken, ... ), snĭĕ (Lanaken) sneeuw [RND], [ZND 04 (1924)], [ZND 07 (1924)] III-4-4
sneltrein expres (<fr.): eine ekspres (Lanaken), ēͅnən expreͅs (Lanaken), ənən eͅxpreͅs (Lanaken), als het ned.  ənən expres (Lanaken) Sneltrein. [ZND 35 (1941)] III-3-1
snijbonen snijbonen: snéjbŏĕn (Lanaken) Hoe noemt u: snijboon (scheiboon, snipperboon) [N 71 (1975)] I-7
snijtand snijtand: snijtan (Lanaken) snijtanden [ZND 07 (1924)] III-1-1
snijwonde snap: snâp (Lanaken) snede (insnijding) in de vinger [ZND 06 (1924)] III-1-2
snoepen snoepen: snŏppə (Lanaken) snoepen [ZND 07 (1924)] III-2-3
snor kneveltje: knīvəlkə (Lanaken), snor: snor (Lanaken) Hij heeft nog geen snor (Fr. moustache). [ZND 07 (1924)] III-1-1
snotneus snotsnaas: wat ən snōtsnās (Lanaken) Wat een snotneus! [ZND 07 (1924)] III-1-4
snuffelziekte snurkkrankte: snørkkrɛŋdǝ (Lanaken) Een aandoening van het neusschelpje en het neustussenschot en in een verder stadium van het benige geraamte van de bovenkaak. De dieren krijgen heftige en uitputtende niesbuien; de ademhaling is snuivend; er treden neusbloedingen op en de uitvloeiing uit de neus is dun en soms ook slijmig (WBD I.6, blz. 854). [N 52, 20; N 76, 50; A 48a, 33] I-12
snuit snuits: laŋ snūts (Lanaken), snū.ts (Lanaken), snūts (Lanaken) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]Snuit. Een lange snuit. [ZND 07 (1924)] || Zie afbeelding 2.6. [JG 1a, 1b] I-12, I-9, III-1-1