e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sterven kapotgaan: kapot˲gǭn (Lanaken), sterven: (fin (fr.), maar langer).  sterreve (Lanaken) Doodgaan, gezegd van een dier. [N 38, 17b] || sterven van een mens [N 38 (1971)] I-11, III-2-2
sterven van een plant kapot gaan: (= kapot gaan).  kepot goon (Lanaken), kəpot goon (Lanaken) sterven van een plant [N 38 (1971)] III-4-3
sterx ster: steͅr (Lanaken) ster [ZND 07 (1924)] III-4-4
stier duur: dør (Lanaken), dø̄r (Lanaken), stier: stīǝr (Lanaken) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijfkop stijfkop: ook materiaal znd 28, 31  stiefkop (Lanaken) koppig [ZND 01 (1922)] III-1-4
stijfsel stijfsel: samen met znd 7, 48  steͅi̯fsəl (Lanaken), steͅi̯səl (Lanaken) de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)] III-2-1
stijfselpap stijfsel: stijfsel (Lanaken), stijfselpap: stijfsəlpap (Lanaken) stijfselpap [ZND 32 (1939)] III-2-1
stijgbeugels beugel: bø̄.gǝl (Lanaken) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stiksteek stiksteek: stekstēk (Lanaken) Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46] II-7
stikzijde lapzijde: lapzęj (Lanaken), stikzij(de): stekzęj (Lanaken) Zijdegaren om mee te stikken of te naaien. [N 59, 7c; N 59, 7a; N 62, 57] II-7