e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verliezen verliezen: verleezen (Lanaken) wij verliezen [ZND 08 (1925)] III-3-2
vernielen verdestrueren: vertestəlueerə (Lanaken) vernielen [ZND 08 (1925)] III-4-4
verschalen verschalen: verschaalə (Lanaken) verschalen [ZND 06 (1924)] III-2-3
versleten versleten: versleten (Lanaken), vərslētə (Lanaken) verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)] III-1-3
verstandskies wijsheidstand: ənə wīshədstānt (Lanaken) een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een dikke tand geheel achter in de mond [ZND 29 (1938)] III-1-1
verstelbaar luik boven de varkenstrog deurtje van de trog: dø̄rkǝ van dǝn trōx (Lanaken) Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e] I-6
verstoppertje spelen verbergemannetje spelen: verbergemenneke spĕle (Lanaken) Schuilevinkje spelen (verbergspel). [ZND 06 (1924)] III-3-2
verstuiken verstuiken: verstoek (Lanaken) ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)] III-1-2
verteerde mest korte stalmest: kǫrtǝ [stalmest] (Lanaken), spek: spɛk (Lanaken) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
vertellen vertellen: ən gəšidənəs vərtellə (Lanaken), ən heͅstori vərtēͅllə (Lanaken) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1