e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vertuieren tuieren: tuieren (Lanaken), tø̜i̯ǝrǝ (Lanaken), tø̜ǝrǝ (Lanaken) Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.] I-11
verval val: val (Lanaken), vā.l (Lanaken) Het verschil in hoogte tussen het bovenwater en het onderwater. Volgens Coenen (pag. 39) bedroeg het verval gewoonlijk 1,5 meter. [Vds 24; Jan 89; Coe 41; Grof 73] II-3
verwend kindje bedorven kindje: bedorve kindche (Lanaken) bedorven kindje; het is een - - [ZND 05 (1924)] III-2-2
vespers vespers (<lat.): də vɛspərs (Lanaken) de vespers [RND] III-3-3
vest gilet (fr.): chilee (Lanaken), gilē (Lanaken), žīlē (Lanaken) het vest [N 59 (1973)] || vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)] || wit vest (manskledingstuk waarin het horloge gedragen wordt) [ZND 08 (1925)] III-1-3
vestenmaker jasmaker: jasmǭkǝr (Lanaken) Kleermaker die vooral vesten maakt. De woordtypen jassenmaker, jasmaker, confectioneur en stukwerker duiden erop dat deze persoon niet enkel vesten maakt. [N 59, 195a] II-7
vestzakje gilettasje (<fr.): žīlēteͅskə (Lanaken) het zakje in het vest [N 59 (1973)] III-1-3
vet, spek vet: vęt (Lanaken) Het vet dat samen met hennep of stukken zak in de vetgaten van de bus wordt gestoken om de hals van het staakijzer of de kleine spil te smeren. [Vds 127; Jan 138; Coe 110; Grof 129] II-3
veter rijstaartel: ręjstartǝl (Lanaken) Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi] II-10
vetgaten smeerkotter: smę̄.rku.tǝr (Lanaken) De (drie) gaten in de zeskantige steenbus waarin het werk of de stukken zak en vet worden gestoken. [Coe 108; Grof 127] II-3