20216 |
broeder |
broeder:
er geit nao chaol bij de broeders (Q088p Lanaken)
|
Broeder: hij gaat naar school bij de broeders. [ZND 05 (1924)]
III-3-3
|
34506 |
broedhen |
broedhen:
brø̄u̯hen (Q088p Lanaken)
|
Kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [N 19, 59; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
18744 |
broek |
achterriem:
achterriem (Q088p Lanaken),
broek:
brōk (Q088p Lanaken)
|
De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.]
I-10
|
18540 |
broek met split |
broek met een gulp:
brōk meͅt ən gølp (Q088p Lanaken)
|
een broek met een slip aan de voorkant [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18197 |
broek: algemeen |
boks:
soms
boeks (Q088p Lanaken),
broek:
brook (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken,
Q088p Lanaken,
Q088p Lanaken),
brōk (Q088p Lanaken, ...
Q088p Lanaken,
Q088p Lanaken),
brōək (Q088p Lanaken)
|
broek [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)] || Broek. Hoe is de juiste uitspraak van het woord broek (kledingstuk) ? [ZND 47 (1950)] || Broek. Kent uw dialect een ander woord voor "broek"? [ZND 47 (1950)]
III-1-3
|
28728 |
broekenmaker |
broekmaker:
brōkmǭkǝr (Q088p Lanaken)
|
Persoon die alleen maar broeken maakt. Het woordtype stukwerker duidt op een persoon die niet uitsluitend broeken maakt. [N 59, 195b]
II-7
|
28902 |
broekenplank |
broeksplank:
brōksplāŋk (Q088p Lanaken)
|
De broekenplank is de strijkplank die bij het openpersen van de broeksnaden in de broekspijp gestoken wordt. Deze plank heeft volgens de informant van L 416 de lengte van de broekspijp. De informanten van Q 17, Q 165 en Q 198 noemen zowel de plank waarmee zij de broekspijpen persen als de plank waarmee zij de mouwnaden persen mouw(e)plank(je) of mouwenhout. Zie ook de lemmata ɛpersplankɛ en ɛmouwplankɛ. Zie afb. 15.' [N 59, 19c]
II-7
|
18423 |
broekspijp |
pijp:
pīpə (Q088p Lanaken)
|
de pijpen van de broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18551 |
broekzak achter |
achtertas:
axtərteͅs (Q088p Lanaken),
konttas:
ko͂ntteͅs (Q088p Lanaken)
|
de achterzak [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18549 |
broekzak opzij |
zijtas:
zeͅjteͅs (Q088p Lanaken)
|
de broekzak opzij [N 59 (1973)]
III-1-3
|