e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

Gevonden: 2852
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dolle kervel dolle kelver: dolle kellevər (Lanaken), dǫlǝ kęlǝvǝr (Lanaken), scheerling: schierlin (Lanaken), šīrleŋ (Lanaken), vergiftige kervel: vergiftige kervel (Lanaken) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] || scheerling [ZND 06 (1924)] I-5, III-4-3
dompelen duwen: in hət wōͅtər dø͂ͅə (Lanaken), in t waoter duijen (Lanaken), ps. invuller geeft alleen een antwoord op dompelen.  duijen (Lanaken, ... ), in het water duwen: in hət wōͅtər dø͂ͅə (Lanaken, ... ), in het water steken: in t woͅtər stēͅkə (Lanaken), ps. boven de # staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  in ⁄t woͅtər stēͅkə (Lanaken, ... ), soppen: in t woater soppen (Lanaken), ps. invuller geeft alleen een antwoord op dompelen.  soppen (Lanaken, ... ) (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4
donderen donderen: dondere (Lanaken, ... ), dondərə (Lanaken, ... ), dōndərə (Lanaken, ... ), onweren: onweiren (Lanaken, ... ) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donderwolk donderwolk: dŏnderwolk (Lanaken) donderwolk [ZND 33 (1940)] III-4-4
donderx donder: dondər (Lanaken, ... ), dōndər (Lanaken, ... ) donder [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker, duisterx donker: donkel (Lanaken), dōnkər (Lanaken), duister: duuster (Lanaken), dy(3)̄stər (Lanaken) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
dons, nestveren duivelshaar: dyvəlshōͅr (Lanaken), vlerk: ? eig. vleugel  vlerk (Lanaken) dons [ZND 35 (1941)] III-4-1
dood (adj. schertsend bedoeld de hoek om: znd 23, 022b;  den hook um (Lanaken), hemelen: znd 23, 022b;  hīēmələ (Lanaken), kapot: znd 23, 022b; lagere volk  kapòt (Lanaken), naar de haaien: znd 23, 022b;  nao de haaje (Lanaken), naar het pieringenland: znd 23, 022b;  nao ’t pieringenlan (Lanaken), wat een geluk: znd 23, 022b;  waddə gəlök (Lanaken) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doet (Lanaken), dŏĕd (Lanaken), dŏĕt (Lanaken) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: dŏĕt (Lanaken) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2