e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

Gevonden: 2852
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driftig giftig: giftəg (Lanaken), kwaad: koet (Lanaken), kut (Lanaken) driftig [ZND 23 (1937)] III-1-4
drijfhamer intrekker: ēntrękǝr (Lanaken), uitzetter: ūt˲zętǝr (Lanaken  [(van koper)]  ) In het algemeen een hamer die men bij metaaldrijfwerk gebruikt. Zie ook het lemma "drijven". De banen van de stalen kop van de hamer kunnen al naar gelang de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd, vlak of halfbolvormig zijn. Zie ook afb. 160. Verschillende respondenten (o.m. uit L 423, Q 117, 118) gebruikten voor het drijfwerk een bolhamer. Deze antwoorden zijn verplaatst naar het lemma "bolhamer". [N 33, 57; N 33, 66; N 64, 39g; N 64, 39c; N 66, 6g] II-11
drijftol kokkerel: kokəreͅl (Lanaken, ... ), koͅkərēͅl (Lanaken) Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] III-3-2
drijven doordiepen: dōrdēpǝ (Lanaken), intrekken: ēntrękǝ (Lanaken), uitzetten: ūt˲zętǝ (Lanaken) In het algemeen een metalen plaat met behulp van drijfhamers zodanig bewerken dat er holle en bolle plaatsen in ontstaan. Zie ook het lemma "drijfhamer". Het lemma bevat verder onder B en C een aantal specifieke termen voor bewerkingen die tot het drijven gerekend worden. [N 64, 95a; N 66, 28a] II-11
dringen duwen: deuje (Lanaken) niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkbak voor de koeien krib: kryp (Lanaken), kręp (Lanaken) Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
drinkglas glas: glaos (Lanaken), gloas (Lanaken), glōͅs (Lanaken, ... ), pint: pē.nt (Lanaken) drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
droesem aanzet: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  aanzat (Lanaken), drabbel: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  drobbel (Lanaken), zaksel: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  zaksəl (Lanaken) droesem [ZND 23 (1937)] III-2-3
droog weer droog: drŭŭch (Lanaken) droog [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: (de koe) stɛi̯ drȳx (Lanaken) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11