e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

Gevonden: 2852
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hazelaar hazenotenstruik: hāzənotəstrūk (Lanaken), notenstruik: neutestruuk (Lanaken) hazelstruik [ZND 26 (1937)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: hazeneut (Lanaken), hāzənø:t (Lanaken) hazelnoot [ZND 26 (1937)] III-4-3
heer heer: hi:r (Lanaken) heer [RND] III-3-1
hees, schor hees: heisch (Lanaken, ... ), hys (Lanaken) hij is hees (zijn stem is weg) [ZND 26 (1937)] III-1-2
heet lopen heet lopen: hę̄.t lǭ.pǝ (Lanaken) Het heet lopen van de molen als gevolg van het feit dat zich bijvoorbeeld tijdens het malen geen graan tussen de molenstenen bevindt, de stenen bot zijn of het graan niet droog genoeg is. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛleeglopenɛ.' [N O, 36e; Vds 117; Jan 262; Coe 144; Grof 169] II-3
heet, hitsig loops: løij.ps (Lanaken) heet, hitsig [Goossens 1b (1960)] III-2-1
hefboom hefboom: hɛf˱bǭ.m (Lanaken), hefijzer: hɛf˱izǝr (Lanaken) Hefboom waarmee de sluis omhoog wordt getrokken wanneer het sluisijzer voorzien is van gaten. Zie ook afb. 68 en de toelichting bij het lemma ɛsluisijzerɛ.' [Vds 46; Jan 41; Coe 27; Grof 61] II-3
hefboom van de poulie hefboompje: hef˱bǫ.jmkǝ (Lanaken) De hefboom waarmee men de bovenste poulie met de daarbij behorende as en rol omhoog kan trekken. [Coe 210; Grof 237] II-3
heilige, zalige heilige: heílige (Lanaken), heͅlləgə (Lanaken), ənə helliçə (Lanaken), ənən hēͅləgə (Lanaken) Heilige. [ZND 35 (1941)] III-3-3
heizode heilap: hęi̯lap (Lanaken) Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.] I-8