e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

Gevonden: 2852
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijsvogel ijsvogeltje: īsveugelke (Lanaken) ijsvogel III-4-1
ijver aard: dè hèt veul oart (Lanaken), ijver: dè hèt veul iever (Lanaken), hər hēͅt vø͂ͅl īfər (Lanaken), iefer (Lanaken) Hij heeft veel ijver. [ZND 36 (1941)] III-1-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: iezel (Lanaken), izəl (Lanaken), īzəl (Lanaken) ijzel [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzelen ijzelen: het iezelt (Lanaken, ... ), hət īzəlt (Lanaken, ... ), īzələ (Lanaken, ... ) ijzelen [ZND 01 (1922)], [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzeren banden ijzeren banden: izǝrǝ bɛn (Lanaken) IJzeren banden waarmee het uiteinde van de molenboom wordt versterkt teneinde klieven van het hout tegen te gaan. Zie ook afb. 74. [Jan 75; Coe 67; Grof 90] II-3
ijzeren deurtje voor het ovengat deurtje van de ovenmuil: dø̄rkǝ van dǝn hōvǝmǫu̯l (Lanaken), plaat van de ovenmuil: plǭt van dǝn hōvǝmǫu̯l (Lanaken) Het ijzeren deurtje waarmee het ovengat afgesloten wordt. Vergelijk het lemma "ovendeur" in aflevering II.1, pag. 71. Vroeger gebruikte men ter afslsuiting van de oven soms een lemen bal, die schotel genoemd werd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 25b] I-6
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Lanaken) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren haak aan de puthaak puthaak: pɛthōͅk (Lanaken), schakel: šokəl (Lanaken) [ZND 32 (1939)] I-7
in de lucht naaien met de draad de locht in: męt dǝn drǭt dǝ lox īn (Lanaken) Zonder de steun van de knieën naaien. Dit is slecht voor lendenen en rug. [N 59, 71b] II-7
in de rug slaan (met de vuist) [cf. wld iii, 1.2] aankletsen: geen zelfstandig naamwoord  aankletsen (Lanaken) Een slag met de vuist op de rug (bij sommige kinderspelen). [ZND 33 (1940)] III-3-2