e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanklaar

Overzicht

Gevonden: 4196
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geven geven: gēvə (Lanklaar) geven [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
gevoelig (zijn) gevoelig: gëvéulig (Lanklaar) gevoelig [ZND 01 (1922)] III-1-1
gewas gewas: gǝwas (Lanklaar) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
gewelf gewelf: gǝwɛlǝf (Lanklaar), welfsel: wø̜lǝfsǝl (Lanklaar) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewone spurrie spurrie: spø̜rei̯ (Lanklaar), spø̜rǝx (Lanklaar) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewricht gewerf: gəweͅrəf (Lanklaar), gewricht: kinnebak = geschieer  gëvrig (Lanklaar) gewricht [ZND 01 (1922)] || gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] III-1-1
gezicht gezicht: gezicht (Lanklaar) viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)] III-1-1
gezicht (spotnamen) bakkes: ba.kəs (Lanklaar), bakkës (Lanklaar), muil: moeël (Lanklaar), mŏĕël (Lanklaar), mul (Lanklaar), snuit: snū:t (Lanklaar), snuits: lang snoets (Lanklaar) bakkes [ZND 01 (1922)] || gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] || muil [ZND m] || muil (M.) [ZND 01 (1922)] || Snuit. Een lange snuit. [ZND 07 (1924)] || viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)] III-1-1
gezond er goed uitzien: ziet er goed uit (Lanklaar) Gezond (zijn): niet ziek (gezond, goed, uver, gaaf, krek). [N 107 (2001)] III-1-2
gezwad, regel gemaaid gras gezwad: gǝzwāt (Lanklaar), zwade/zwaai: (mv)  zwāi̯ǝr (Lanklaar) De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.] I-3