17846 |
in beweging komen |
op gang komen:
op gang komen (L422p Lanklaar)
|
In beweging komen (op gang komen, (zich) roeren, bewegen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
doffen:
doffen (L422p Lanklaar)
|
Met de vuist in de rug slaan (doffen, dompen, stompen, stoten, sjtokken) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
19449 |
in de tuin werken |
hovenieren:
ōvənēərə (L422p Lanklaar),
in de hof werken:
en dan ōəf weͅrkə (L422p Lanklaar),
in dən uof weͅrkə (L422p Lanklaar)
|
De heg knippen (knippen, scheren, vegen) [N 79 (1979)] || Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
27867 |
inbraak, stopmijnen |
bouchon:
bouchon (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Eisden]),
inbraak:
inbraak (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits])
|
De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752]
II-5
|
18037 |
indigestie (hebben) |
indigestie:
indigestie (L422p Lanklaar)
|
Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (overetendheid, indigestie, maag van streek, muik). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
28396 |
industriekool |
gaskolen:
gāskōlǝ (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Emma]),
vette:
vette (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Eisden]),
vlamkolen:
vlamkolen (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits])
|
Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.]
II-5
|
27236 |
ingenieur |
ingenieur:
ingenieur (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei])
|
De algemene benaming voor ingenieur. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden lopen nogal uiteen. [N 95, 139; N 95, add.; monogr.]
II-5
|
17701 |
ingewanden |
darmen:
deͅrm (L422p Lanklaar),
ingewand:
ingewand (L422p Lanklaar),
penswerk:
penswerk (L422p Lanklaar)
|
de ingewanden [ZND B1 (1940sq)] || ingewanden [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
25433 |
ingewanden van geslacht vee |
ingewand:
ingewand (L422p Lanklaar),
penswerk:
penswerk (L422p Lanklaar)
|
Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.]
II-1
|
25447 |
ingezouten |
ingezouten:
engǝzawtǝ (L422p Lanklaar)
|
Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67]
II-1
|