e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanklaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koe koe: kȳi̯ (Lanklaar), kø̄i̯ (Lanklaar), (Lanklaar) Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s] I-11
koe die tweemaal heeft gekalfd tweede koe: twīdǝ [koe] (Lanklaar), tweede vaars: twidǝ vē̜s (Lanklaar) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) resp. (kalf) de lemmata ''koe'' (3.3.1) en ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 26a; N C, 14b] I-11
koe met gebogen, opgezette rug hoge rug: hugǝ rø̜̄k (Lanklaar), kromme rug: kromǝ rø̜k (Lanklaar) [N 3A, 145c] I-11
koe met hellend kruis hangkont: aŋkǫnt (Lanklaar), haŋkǭnt (Lanklaar) [N 3A, 145a; monogr.] I-11
koe met korte poten diepe koe: dēpǝ kō (Lanklaar) [N 3A, 142b] I-11
koe met lange poten ondiepe koe: ǭndēpǝ kō (Lanklaar) [N 3A, 142a] I-11
koe met rode vlek op de poot vlekpoot: vlękpūt (Lanklaar) [N 3A, 138] I-11
koe met slappe, doorgezakte rug slappe rug: slapǝ rø̄k (Lanklaar), zalenrug: zālǝrø̜k (Lanklaar) [N 3A, 145b] I-11
koe met ver uitspringende hielen hakkenschijter: hakǝšītǝr (Lanklaar) [N 3A, 144b] I-11
koe met witte vlek of streep op het voorhoofd bleskoe: blęs[koe] (Lanklaar), witkop: wetkǫp (Lanklaar) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 135a; N 3A, 136a] I-11