19105 |
kwezel |
kwezel:
kweeëzel (L422p Lanklaar)
|
Kwezel. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
17692 |
kwijl |
zever:
zeiver (L422p Lanklaar)
|
Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
19980 |
kwispelstaarten |
kwispelen:
kwispëlë (L422p Lanklaar)
|
kwispelstaarten [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|
21668 |
kwitantie |
bewijs:
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de È (omgespeld: È) staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de È omgespeld.
bəwī^əs (L422p Lanklaar),
kwitantie:
ps. omgespeld volgens Frings.
kwetansi (L422p Lanklaar),
kwītantī (L422p Lanklaar)
|
kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)]
III-3-1
|
28277 |
laadbak |
trémiebak:
tęrmibak (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Domaniale])
|
Vaste of schuddende laadbak onder aan een pijlervoet of onder een wentelgoot, die wordt gebruikt om mijnwagens met ontgonnen gesteente te vullen. In de mijnen van Winterslag en Waterschei maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen enerzijds de "schudbak" die zich aan de voet van de pijler bevindt, en anderzijds de "trimouye" en de "schudtafel" die aan het uiteinde van de wentelgoot zijn bevestigd. [N 95A, 3; monogr.; N 95, add.; Vwo 458; Vwo 459; Vwo 774; Vwo 786; Vwo 796]
II-5
|
28273 |
laadplaats |
laadplaats:
laadplaats (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits])
|
De ondergrondse ruimte naast de schacht waar de mijnwagens op de kooi worden geduwd. [N 95, 690; monogr.; N 95A, 3; N 95, 178]
II-5
|
27368 |
laadstok |
laadstek:
lājstɛk (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Zwartberg])
|
Ronde houten stok waarmee de schiethouwer of schietmeester de patronen in het schietgat duwt. De stok is van hout omdat een metalen laadstok vonken zou kunnen voortbrengen en op deze wijze de lading vroegtijdig zou kunnen doen ontploffen. [N 95, 406; monogr.; Vwo 176; Vwo 178; Vwo 463]
II-5
|
27890 |
laadwagen |
laadwagen:
laadwagen (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits]),
schepmachine:
sxøpmašin (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Eisden])
|
Mechanisch aangedreven machine waarmee bij de aanleg van steengangen en galerijen de losgeschoten of losgehakte stenen in mijnwagens kunnen worden geladen. De woordtypen "eimco" (Q 35), "eimcowagen" (Q 121) en "sullivan" (Q 121) hebben betrekking op laadwagens, genoemd naar de fabrikant. [N 95, 830; N 95, 833; N 95, 834; monogr.; div.; Vwo 388; Vwo 389; Vwo 460; Vwo 695]
II-5
|
24925 |
laag grond |
laag:
loag (L422p Lanklaar)
|
laag (znw.) [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
33081 |
laag schoven op de wagen |
laag:
lǭx (L422p Lanklaar)
|
Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-4
|