18159 |
verbinden van een wonde |
verzorgen:
verzorgen (L422p Lanklaar)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17932 |
verdacht rondlopen |
rondsluipen:
rondsluupen (L422p Lanklaar)
|
Rondzwerven met kwaad in zin (sluipen, schuimen, schuupen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
19377 |
verdieping |
dek:
deͅk (L422p Lanklaar),
etage:
etage (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
stock (d.):
stoͅk (L422p Lanklaar),
verdiep:
verdiep (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
vərdip (L422p Lanklaar)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)] || Indien men met de schacht(en) tot een bepaalde diepte in het carboongesteente is doorgedrongen, wordt vanuit de schacht een aantal nagenoeg horizontale gangen gedreven. Door deze gangen worden de koollagen in het mijnveld ontsloten. Het uiteindelijke netwerk van deze gangen vormt de verdieping. Een invuller uit Q 121 maakt voor de Domaniale mijn een onderscheid tussen een verdieping bij een hoofdschacht en een verdieping bij een tussenschacht. De eerstgenoemde verdieping noemt hij een "zool" terwijl de verdieping van een tussenschacht volgens hem als een "gesetz" wordt betiteld. De zegsman uit L 286 merkt voor de mijn in Eisden op dat men daar de verdiepingen voorziet van een nummer, bijvoorbeeld "zeshonderd". [N 95, 381; N 95, 174; monogr.]
II-5, III-2-1
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
leed:
leid (L422p Lanklaar)
|
leed [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
34155 |
verdrogen |
nalaten:
nǭlǭtǝ (L422p Lanklaar)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
17936 |
verdwenen |
weg:
weg (L422p Lanklaar)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
30596 |
verf |
verf:
vɛrǝf (L422p Lanklaar)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
verfrommelen (L422p Lanklaar)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
27700 |
vergaderruimte |
vergaderzaal:
vergaderzaal (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei])
|
[N 95, 29]
II-5
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
vergeit-me-neetje (L422p Lanklaar)
|
vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)]
III-4-3
|