24534 |
paddestoel (alg.) |
champignon:
šambəljoŋ (Q240p Lauw),
paddestoel:
padəstu.l (Q240p Lauw)
|
paddestoel [RND]
III-4-3
|
17550 |
pafferig dik, opgeblazen van lijf |
vet:
vet (Q240p Lauw)
|
Dik, pafferig (papperig, vet, maf). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
18240 |
paillette |
paillette (fr.):
pailletten (Q240p Lauw)
|
Pailletten. Een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
32736 |
pand, bed |
pand:
pɛ̄n (Q240p Lauw
[(niet gebruikelijk)]
)
|
Een pand of bed is een deel van een (meest erg lange) akker of een smal stuk land tussen twee evenwijdige greppels. Vergelijk het lemma In Panden Ploegen. Panden zijn doorgaans kleiner van oppervlakte dan gewone percelen op drogere grond. Men onderscheidt soms brede en smalle akkerdelen. Waar de brede stukken panden heten, worden de smalle stukken bedden genoemd. Het omgekeerde is ook mogelijk. Met perken bedoelt men de brede stukken. Hieronder is van deze afzonderlijk te ploegen akkerdelen - voor zover mogelijk - de breedte in voren of meters vermeld. Omdat een akker meerdere panden of bedden omvat, zijn ook de verstrekte meervoudsvormen opgenomen. [N 11, 53a + b; N 11A, 122 add.; N 11A, 130 a + c; JG 1a + 1b + 1c + 2c; A 44, 21e]
I-1
|
17551 |
papperig, opgeblazen persoon |
papzak:
papzak (Q240p Lauw)
|
Opgeblazen van lijf (pafferig, pappetig, poesterig, opgezwollen). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
18395 |
parel |
parel:
pjal (Q240p Lauw)
|
Parel. Sieraad van de pareloester of –mossel met hoge waarde [parel, paarlemoer] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
21950 |
paren van de duiven |
vogelen:
fòchələ (Q240p Lauw)
|
Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
18406 |
parfum |
reuksel:
ruksel (Q240p Lauw)
|
Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18183 |
passen |
mikken:
mikken (Q240p Lauw)
|
Passen. Nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen, mikken] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
23237 |
pastoor |
pastoor (<lat.):
pastu.ər (Q240p Lauw)
|
pastoor [RND]
III-3-3
|