19658 |
wasgoed |
(de) strijk:
de strijk (Q240p Lauw),
was:
waas (Q240p Lauw)
|
Hoe noemt u het pas gewassen en gedroogd wasgoed? [N105 (2000)]
III-2-1
|
26395 |
watergoot bij onderslagmolens |
kanaal:
kanāl (Q240p Lauw),
kǝnǭ.l (Q240p Lauw)
|
De komvormige houten constructie waar het molenrad van onderslagmolens in draait, bestaande uit een bak met zijwanden die even breed als het rad en gedeeltelijk gerond is. Daardoor wordt de kracht van het water optimaal gebruikt. Bij veel molens werd de houten constructie in de loop van jaren vervangen door een betonnen gang. Zie ook afb. 71. [Vds 61; Jan 62; Coe 54; Grof 78]
II-3
|
25968 |
watermolen |
watermolen:
wátǝr[molen] (Q240p Lauw),
wǭ.tǝr[molen] (Q240p Lauw)
|
Een molen die aangedreven wordt door waterkracht. Al naar gelang de bouwwijze onderscheidt men drie molentypes: de bovenslagmolen, de onderslagmolen en de turbinemolen. Zie hiervoor respectievelijk de lemmata ɛbovenslagmolenɛ, ɛonderslagmolenɛ en ɛturbinemolenɛ. Het woorddeel -ømolenŋ is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmolenɛ.' [Vds 2; Jan 2; Coe 2; Grof 3; N O, 32j; monogr.; N D add.; N D, 2]
II-3
|
26371 |
waterpeil |
peil:
pęjl (Q240p Lauw)
|
[Jan 53; Coe 39; Grof 69; Grof 65]
II-3
|
18128 |
waterpokken |
waterpokken:
waterpokken (Q240p Lauw)
|
Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
18123 |
waterzucht |
waterblaas:
waterblaas (Q240p Lauw)
|
Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zuch(t), het water, waterzuch(t), vocht). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22860 |
weddenschap |
wedding:
wödiŋ (Q240p Lauw)
|
weddenschap [RND]
III-3-2
|
25579 |
weegtoestel |
bascule:
basky.l (Q240p Lauw),
waag:
wō.x (Q240p Lauw),
weegschaal:
wēxšǭ.l (Q240p Lauw)
|
Weegtoestel waarmee de gevulde zakken gewogen kunnen worden. Vroeger gebeurde dit met een balans, maar die werd al snel vervangen door de bascule omdat laatstgenoemde het voordeel had dat ze als tegengewicht slechts eentiende van de te wegen massa nodig had. Bij de balans daarentegen moesten de twee lasten gelijk zijn. [Coe 258; Coe 259; Coe 260; Grof 284; Grof 285]
II-3
|
17575 |
weerborstel |
pruik:
pruik (Q240p Lauw)
|
Valse kruin; weerborstel. [N 109 (2001)]
III-1-1
|