e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lauw

Overzicht

Gevonden: 1668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dokteren meesteren: meesteren (Lauw) dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 107 (2001)] III-1-2
donderbeestje hommelbeestje: hoemelbeeskes (Lauw) donderbeestje: Kent u in uw dialect een woord om de zeer kleine zwarte beestjes aan te duiden die mij naderend onweer ploseling op de mens komen zitten? [N100 (1997)] III-4-2
dood (bn.) dood: dôôt (Lauw) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dooier (het) geel: txē̜.l (Lauw), xē̜ǝl (Lauw) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopjurkje doopkleed: döpskli.ət (Lauw) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: döpsfű.nt (Lauw) doopvont [RND] III-3-3
door water het lopen met schoeisel aan platsen: platsen (Lauw) Met schoenen of klompen door het water lopen (dabberen, platsen, smodderen, plensen). [N 109 (2001)] III-1-2
doorn, stekel doornen: džjonə (Lauw) doornen [RND] III-4-3
dopen dopen: döpə (Lauw, ... ) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] III-3-3
dorpsgenoot dorpeling: dorpeling (Lauw) Noem het (dialect)woord voor: mensen die in hetzelfde dorp wonen als u? [dorpsgenoot] [N 102 (1998)] III-3-1