e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lauw

Overzicht

Gevonden: 1668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleppers kleppers: klepper (Lauw) elk van de twee houtjes die de kinderen tussen de vingers snel tegen elkaar slaan om een klepperend geluid te maken [klepper, klapper, kap, klakker] [N 112 (2006)] III-3-2
kletsen lameren: Van Dale: lameren, (gew.) kletsen, de tijd verbabbelen.  lamjeere (Lauw) zij praten, kletsen, babbelen de hele dag [ZND 41 (1943)] III-3-1
kletsoor klaksoon: klakšūn (Lauw), slag: slǭ.x (Lauw) Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14] I-10
kletswijf zaagtrien: n zaogtrien (Lauw) Hoe heet een vrouw die veel babbelt [ZND 27 1938)] III-3-1
kleurstof waterverf: wɛtǝrvɛrǝf (Lauw) Kleurstof die wordt gebruikt bij het rijen. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛscherprijɛ. In dit lemma zijn de verschillende kleurstoffen bijeengeplaatst die door de molenaar worden gebruikt. Waterverf wordt toegepast, omdat dit weer gemakkelijk van de steen verwijderd kan worden. Op deze wijze vermijdt men problemen bij de volgende onderhoudsbeurt: alle verf moet dan verdwenen zijn. De term doodskop wordt in Q 88 gebruikt voor ø̄menieø̄.' [Coe 168 add.; Grof 202] II-3
kleurx kleur: kleur (Lauw, ... ) kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-4-4
klierziekte klieren: De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.  klieren (Lauw) hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)] III-1-2
klieven klieven: klieven (Lauw) Vaneen scheiden (klieven, kloven, splijten, splitsen, (scheiden))\\ [N 108 (2001)] III-1-2
klinken klingeren: klingeren (Lauw) Klinken: een goed hoorbaar, luid of helder geluid voortbrengen (klinken, luiden, klabetteren, klawettern) [N 108 (2001)] III-1-1
klinknagel rivet: rivęt (Lauw) Rond metalen staafje waaraan een kop is geperst. Zie ook afb. 177. Klinknagels worden volgens de koperslager uit L 266 onder meer gebruikt om hengsels te bevestigen. Koperen klinknagels werden vroeger volgens de zegsman uit L 210 gedraaid uit koperen plaat en vervolgens door het klinknagelijzer (kleŋkngǝlīzǝr) geslagen waardoor er een kop op kwam. Zie ook het lemma "nagelijzer". [N 66, 48a-b; N 100, 18; monogr.] II-11