e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lauw

Overzicht

Gevonden: 1668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nek nak: nak (Lauw), nek: nak (Lauw) Nek: achterste deel van de hals [N 106 (2001)] || Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
nestkastje vogelkast: vogelkes (Lauw) vogelkastje: Hoe noemt u in uw dialect een kastje voor vogels om in te nestelen dat men aan het huis of een boom hangt? [N 100 (1997)] III-4-1
neus (spotnamen) snuit: lang snout (Lauw), snoet (Lauw) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk, koker, kuit, gevel). [N 106 (2001)] || Spotbenamingen voor de neus [N 109 (2001)] III-1-1
neusgaten neuskotten: noskoeten (Lauw) Neusgaten (neuskoeten, -luiken). [N 109 (2001)] III-1-1
niet drachtig muntig: myŋtex (Lauw) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
niet in elkaar grijpen opeen pakken: ǫpin pakǝ (Lauw), stoten: stō.tǝ (Lauw) Gezegd van kammen en staven, respectievelijk raderen die niet goed in elkaar grijpen. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛin elkaar grijpenɛ.' [Jan 114; Coe 88; Grof 111] II-3
niet passen niet mikken: niet mikken (Lauw) Niet passen, gezegd van kleding-stukken [pronsen, bolderen, flodderen, slodderen] [N 114 (2002)] III-1-3
nieuwsgierig kijken gapen: gapen (Lauw) Nieuwsgierig kijken (gapen, curieus kijken, spitsmoelen) [N 109 (2001)] III-1-1
o.-l.-v.-hemelvaart onze-lieve-vrouw-ter-halve-oogst: Os Lieve Vrouw ter haave noows (Lauw) 15 augustus. III-3-2
oksel holte: holte (Lauw) Oksel (oksel, onder de arm). [N 109 (2001)] III-1-1