e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
andere nachtkleding: bedsloffen chaussontje (<fr.): Chaussonkes. Van Dale (FN): chausson, 1. slof, pantoffel, slipper; 2. babyslofje; 3. schoen - balletschoen, schermschoen.  šôsəkəs (Leopoldsburg) nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
andijvie andijve: andēͅəveͅ (Leopoldsburg, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)] I-7
angel angel: aŋęl (Leopoldsburg), dang: daǝŋ (Leopoldsburg), dard: dāǝr (Leopoldsburg) Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.] II-6
angel van bij of wesp ang: dang (Leopoldsburg), angel: angel (Leopoldsburg), dard (fr.): dard (Fr.) (Leopoldsburg) angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] III-4-2
angst schrik: schrik (Leopoldsburg) het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)] III-1-4
anjelier anjelier: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  anjelier (Leopoldsburg), genoffel: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  genouffel (Leopoldsburg), gernoffel (Leopoldsburg), giroffel: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  djiroffel (Leopoldsburg), pluimpje: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  pluimke (Leopoldsburg) Anjelier, Fr. oeillet, Lat. Dianthus [ZND 15 (1930)] I-7
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) anjelier: 2X  anjelier (Leopoldsburg), genoffel: -  zənofəl (Leopoldsburg), geroffel: -  djiroffel (Leopoldsburg) tuinanjer III-2-1
anker muurijzer: mȳrɛzǝr (Leopoldsburg) Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.] II-9
antwoorden antwoorden: antwoorden (Leopoldsburg) ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)] III-3-1
appel, algemeen appel: appəl (Leopoldsburg, ... ), àpəl (Leopoldsburg, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)] I-7