e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoepelrok repenrok: reperok (Leopoldsburg), rēpərok (Leopoldsburg) hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)] III-1-3
hoesten hoesten: ūstə (Leopoldsburg) hoesten [ZND A2 (1940sq)] III-1-2
hoge herenschoen bottine: boͅtenə (Leopoldsburg), bòttennə (Leopoldsburg), hoge mansschoen: huəgəmansXun (Leopoldsburg), bottines  hoeəgəmanschoene (Leopoldsburg) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] || sokschoenen, hogemanschoenen, in de betekenis van soort schoen; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] III-1-3
hoge hoed bolhoed: boͅlhut (Leopoldsburg), chapeau-buse (fr.): Chapeaubuse.  šapôbūs (Leopoldsburg) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-1-3
hoge hoed bij begrafenis bolhoed: boͅlhut (Leopoldsburg), chapeau-buse (fr.): Chapeaubuse.  šapôbūs (Leopoldsburg) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-2-2
hoge klomp hoge klomp: huǝgǝ [klomp] (Leopoldsburg) Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.] II-12
hoge klomp? hoge klomp: huəgəkloͅmp (Leopoldsburg) klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
hoge schoen met elastieken tussenstukken bottillon (fr.): boͅteljoͅns (Leopoldsburg), <Fr. bottillons  botéljons (Leopoldsburg) schoenen, hoge ~ met elastieken tussenstukken in de schacht [boddekeens] [N 24 (1964)] III-1-3
hoge waterdichte schoen jachtschoen: jachtschoen (Leopoldsburg), jaXtsXun (Leopoldsburg) schoenen, hoge waterdichte ~ met waterkap [snöwschoen, tongschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
hogen opbieden: opbieden (Leopoldsburg) de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)] III-3-1