e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
iemands overlijden aanzeggen gaan bidden: gaan bidden (Leopoldsburg), noden: znd 32, 71;  nêujé (Leopoldsburg), verzoeken: znd 32, 71;  vérzêuké (Leopoldsburg) buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [bidden, in de rouw verzoeken] [N 87 (1981)] || de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)] III-2-2
iets (leren) beheersen kennen: kennen (Leopoldsburg) een vaardigheid goed geleerd hebben [mannen, meester geraken] [N 85 (1981)] III-1-4
iets in acht nemen zorgen voor: zorgen voor (Leopoldsburg) zorg dragen voor, in acht nemen [waren] [N 85 (1981)] III-1-4
iets opkroppen opkroppen: opkroppen (Leopoldsburg) zijn verdriet of ongenoegen proberen verborgen te houden [opkroppen, kroppen] [N 85 (1981)] III-1-4
ijken ijken: ijken (Leopoldsburg) gewicht nakijken om vast te stellen of ze het juiste gewicht hebben en, indien nodig, ze het juiste gewicht geven [ijken, ijkenen, pegelen] [N 89 (1982)] III-3-1
ijlen ijlen: éélə (Leopoldsburg) Ijlen: door koorts verward, onsamenhangend spreken (ijlen, bazelen, razen, raaskallen, delireren). [N 84 (1981)] III-1-2
ijsmuts ijsmuts: äsmøts (Leopoldsburg) ijsmuts [N 25 (1964)] III-1-3
ijspegel ijskegel: ijskegels.  ēͅskègəls (mv.) (Leopoldsburg) ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijver ijver: ijver (Leopoldsburg) toewijding aan zijn werk [ijver, iever] [N 85 (1981)] III-1-4
ijverig vlijtig: vlijtig (Leopoldsburg) met ijver vervuld [ijverig, nijver, nijverig, noest, vlijtig, grif] [N 85 (1981)] III-1-4