21146 |
janplezier |
bankwagen:
bankwagen (K317p Leopoldsburg)
|
een grote open wagen met dwarsbanken [bankwagen, sjarban, jan-plezier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22435 |
jarig zijn |
verjaren:
verjaren (K317p Leopoldsburg)
|
Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18336 |
jarretelle |
jarretelle (fr.):
zjartelle (K317p Leopoldsburg),
žartelə (K317p Leopoldsburg)
|
jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18193 |
jas: algemeen |
frak:
frak (K317p Leopoldsburg)
|
jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18704 |
jasje van het mantelpak |
jasje:
jaske (K317p Leopoldsburg)
|
jasje van het mantelpak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18326 |
jasschort |
cache-poussire (fr.):
kašpusiēͅr (K317p Leopoldsburg),
<Fr. cache-poussière
kasjpŏĕsjèèr (K317p Leopoldsburg)
|
schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20561 |
jenever |
jenever:
jeneever (K317p Leopoldsburg)
|
jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24556 |
jeneverbes |
jeneverbezietje:
jeͅnevərbezəkəs (K317p Leopoldsburg)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
18086 |
jicht |
flerecijn:
fleurəséén (K317p Leopoldsburg)
|
Jicht: stofwisselingsziekte die berust op afzetting van urinezure zouten in de gewrichten, met veel pijn (jicht, dicht, gicht, flerecijn, reumatiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21280 |
joelen |
stechelen:
stechelen (K317p Leopoldsburg)
|
zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|