32199 |
leunspaan |
guide:
gīt (K317p Leopoldsburg)
|
De verschuifbare, metalen dwarsbalk waar de draaier met de beitel op leunt wanneer hij deze op het draaiende hout zet. [N 47, 6; N 53, 228b]
II-12
|
19383 |
leunstoel |
fauteuil:
fōtøͅi̯ (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg),
leunstoel:
lonstul (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg),
zetel:
zeetəl (K317p Leopoldsburg)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
leurder:
leurder (K317p Leopoldsburg),
loͅrdər (K317p Leopoldsburg),
[allicht schrijf- of overtikfout: r vergeten?, rk]
loͅder (K317p Leopoldsburg),
marchand (fr.):
marXan (K317p Leopoldsburg)
|
een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
20198 |
leven |
leven:
znd 34, 82a;
levə (K317p Leopoldsburg)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)]
III-2-2
|
20188 |
leven (zn) |
leven:
levə (K317p Leopoldsburg)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34]
III-2-2
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
leven, het -:
et leeven (K317p Leopoldsburg)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17697 |
lever |
lever:
leever (K317p Leopoldsburg)
|
lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
leverworst (K317p Leopoldsburg)
|
leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
madammetje:
madaməkə (K317p Leopoldsburg),
waterpimfel:
waətərpimfəl (K317p Leopoldsburg)
|
waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|
17540 |
lichaam |
lichaam:
lechōͅm (K317p Leopoldsburg),
lijf wordt gebruikt voor een dier
lichaam (K317p Leopoldsburg),
lijf:
lɛjf (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg)
|
het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] || lichaam [N 10 (1961)]
III-1-1
|