e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pap pap: pap (Leopoldsburg) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3
paraplu paraplu: paraplu (Leopoldsburg) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
parelen borrelen: borrələ (Leopoldsburg) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
parfum parfum: parfum (Leopoldsburg) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
parlevinker parlevinker: parlevinker (Leopoldsburg) het bootje van een koopman te water [parlevinker, ventjager] [N 90 (1982)] III-3-1
pasen pasen: tis nə latə pasə (Leopoldsburg) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3
pasfoto pasfoto: pasfoto (Leopoldsburg) de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)] III-3-1
paspoort pas: pas (Leopoldsburg, ... ) het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)] III-3-1
passen passen: passen (Leopoldsburg) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
pastinaak bitterpeen: bitterpeeë (Leopoldsburg), witte peen: wittə pēĕn (Leopoldsburg), witte peers: witte peërs (Leopoldsburg) pastinaak [ZND 05 (1924)] I-7