20558 |
pap |
pap:
pap (K317p Leopoldsburg)
|
brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18194 |
paraplu |
paraplu:
paraplu (K317p Leopoldsburg)
|
paraplu [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20560 |
parelen |
borrelen:
borrələ (K317p Leopoldsburg)
|
parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18406 |
parfum |
parfum:
parfum (K317p Leopoldsburg)
|
reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21180 |
parlevinker |
parlevinker:
parlevinker (K317p Leopoldsburg)
|
het bootje van een koopman te water [parlevinker, ventjager] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23231 |
pasen |
pasen:
tis nə latə pasə (K317p Leopoldsburg)
|
Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)]
III-3-3
|
21217 |
pasfoto |
pasfoto:
pasfoto (K317p Leopoldsburg)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21202 |
paspoort |
pas:
pas (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18183 |
passen |
passen:
passen (K317p Leopoldsburg)
|
nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
33561 |
pastinaak |
bitterpeen:
bitterpeeë (K317p Leopoldsburg),
witte peen:
wittə pēĕn (K317p Leopoldsburg),
witte peers:
witte peërs (K317p Leopoldsburg)
|
pastinaak [ZND 05 (1924)]
I-7
|