e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pompon van een muts floche (fr.): Flosj.  floͅš (Leopoldsburg) pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] III-1-3
ponton ponton (fr. <it.): ponton (Leopoldsburg) een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)] III-3-1
pooier mangeur de blanc (fr.): mangeur-de-blanc (Leopoldsburg) iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)] III-2-2
poort poort: pōrt (Leopoldsburg), pūǝrt (Leopoldsburg) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poot omhoog voet: vut (Leopoldsburg) Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k] I-10
pootjesblaas pootjesblaas: puǝtjǝsblǭs (Leopoldsburg) De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b] I-11
poppenspel poppentheater: poppetheater (Leopoldsburg) De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] III-3-2
porienvulsel poriënvulsel: porijǝvølsǝl (Leopoldsburg) Een mengsel om oppervlakteporiën te vullen van hout dat blank gevernist moet worden. In Reuver (L 299) en Herten (L 330) werd het poriënvulsel gemaakt van slijpsel van de houtsoort die gevuld moest worden, vermengd met lijm. [N 53, 235c; monogr.] II-12
portefeuille portefeuille (fr.): portefeuille (Leopoldsburg) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1
postbode facteur (fr.): faktḁ.r (Leopoldsburg), fakteur (Leopoldsburg), faktøͅr (Leopoldsburg) de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND] III-3-1