22356 |
priktol |
dop:
doͅp (K317p Leopoldsburg),
kapdop:
kapdop (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg),
tol:
tol (K317p Leopoldsburg)
|
Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
18927 |
proberen |
proberen:
proberen (K317p Leopoldsburg)
|
een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21722 |
proces |
proces (<lat.):
proces (K317p Leopoldsburg)
|
de zitting van een rechterlijk college waarin een overtreding of misdrijf onderzocht wordt, en waarin een uitspraak gedaan wordt [kwerel, audiëntie, proces, ordenantie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21515 |
proces-verbaal |
proces-verbaal:
procesverbaal (K317p Leopoldsburg)
|
het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17742 |
proeven |
proeven:
pruuve (K317p Leopoldsburg),
prūūvə (K317p Leopoldsburg),
pry(3)̄və (K317p Leopoldsburg)
|
proeven [ZND A2 (1940sq)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
31484 |
profiel |
moulure:
mǫlȳr (K317p Leopoldsburg)
|
In het algemeen een houten lijst waarvan de dwarse doorsnede een bewerkte vorm te zien geeft. Het profiel wordt met behulp van een profielschaaf aangebracht. De schaafzool en de schaafbeitel van dit type schaven vertoont de negatieve vorm van het profiel. Zie ook de volgende lemmata. [N 55, 150]
II-12
|
32107 |
profielschaaf |
deurmolureschaaf:
dø̄rmǫlȳrsxǭf (K317p Leopoldsburg),
knoopschaaf:
knupsxǭf (K317p Leopoldsburg),
kreusschaaf:
krø̄ssxǭf (K317p Leopoldsburg),
lijstschaaf:
lęjstsxǭf (K317p Leopoldsburg),
moulureschaaf:
mǫlȳrsxǭf (K317p Leopoldsburg),
nottenschaaf:
nǫtǝsxǭf (K317p Leopoldsburg
[(voor vensterramen)]
),
profielenschaaf:
prǫfilǝsxǭf (K317p Leopoldsburg),
quart-de-rondschaaf:
kwardrǭsxǭf (K317p Leopoldsburg),
kārdrǭsxǭf (K317p Leopoldsburg)
|
Schaaf waarmee een profiel wordt geschaafd. Zie ook afb. 153. Profielschaven bestaan in veel verschillende uitvoeringen, afhankelijk van het profiel dat geschaafd moet worden. De schaafbeitels en de schaafzolen van profielschaven hebben de tegenovergestelde vorm van het profiel, dat aangeschaafd moet worden. Zie ook de lemmata ɛprofielɛ, ɛkraalprofielɛ, ɛkwart-rondvormig profielɛ, etc.' [N 53, 74a-g; N 53, 75; monogr.]
II-12
|
32108 |
profielschaafbeitel |
moulurenschaafmes:
mǝlȳrǝsxǭfmɛs (K317p Leopoldsburg)
|
De schaafbeitel van een profielschaaf. [N 53, 55c]
II-12
|
31890 |
profielschuurblok |
contremoulure-tje:
kǫntǝrmǫlȳrkǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Een schuurblok dat voorzien is van een contraprofiel, zodat er profielen en profiellijsten mee geschuurd kunnen worden. Zie ook afb. 61. [N 53, 148c]
II-12
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
profiteren (K317p Leopoldsburg)
|
een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|