e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
priktol dop: doͅp (Leopoldsburg), kapdop: kapdop (Leopoldsburg, ... ), tol: tol (Leopoldsburg) Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] III-3-2
proberen proberen: proberen (Leopoldsburg) een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)] III-1-4
proces proces (<lat.): proces (Leopoldsburg) de zitting van een rechterlijk college waarin een overtreding of misdrijf onderzocht wordt, en waarin een uitspraak gedaan wordt [kwerel, audiëntie, proces, ordenantie] [N 90 (1982)] III-3-1
proces-verbaal proces-verbaal: procesverbaal (Leopoldsburg) het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)] III-3-1
proeven proeven: pruuve (Leopoldsburg), prūūvə (Leopoldsburg), pry(3)̄və (Leopoldsburg) proeven [ZND A2 (1940sq)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)] III-1-1, III-2-3
profiel moulure: mǫlȳr (Leopoldsburg) In het algemeen een houten lijst waarvan de dwarse doorsnede een bewerkte vorm te zien geeft. Het profiel wordt met behulp van een profielschaaf aangebracht. De schaafzool en de schaafbeitel van dit type schaven vertoont de negatieve vorm van het profiel. Zie ook de volgende lemmata. [N 55, 150] II-12
profielschaaf deurmolureschaaf: dø̄rmǫlȳrsxǭf (Leopoldsburg), knoopschaaf: knupsxǭf (Leopoldsburg), kreusschaaf: krø̄ssxǭf (Leopoldsburg), lijstschaaf: lęjstsxǭf (Leopoldsburg), moulureschaaf: mǫlȳrsxǭf (Leopoldsburg), nottenschaaf: nǫtǝsxǭf (Leopoldsburg  [(voor vensterramen)]  ), profielenschaaf: prǫfilǝsxǭf (Leopoldsburg), quart-de-rondschaaf: kwardrǭsxǭf (Leopoldsburg), kārdrǭsxǭf (Leopoldsburg) Schaaf waarmee een profiel wordt geschaafd. Zie ook afb. 153. Profielschaven bestaan in veel verschillende uitvoeringen, afhankelijk van het profiel dat geschaafd moet worden. De schaafbeitels en de schaafzolen van profielschaven hebben de tegenovergestelde vorm van het profiel, dat aangeschaafd moet worden. Zie ook de lemmata ɛprofielɛ, ɛkraalprofielɛ, ɛkwart-rondvormig profielɛ, etc.' [N 53, 74a-g; N 53, 75; monogr.] II-12
profielschaafbeitel moulurenschaafmes: mǝlȳrǝsxǭfmɛs (Leopoldsburg) De schaafbeitel van een profielschaaf. [N 53, 55c] II-12
profielschuurblok contremoulure-tje: kǫntǝrmǫlȳrkǝ (Leopoldsburg) Een schuurblok dat voorzien is van een contraprofiel, zodat er profielen en profiellijsten mee geschuurd kunnen worden. Zie ook afb. 61. [N 53, 148c] II-12
profiteren profiteren: profiteren (Leopoldsburg) een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)] III-1-4