e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smetten, afschrijven afsmetten: afsmɛtǝ (Leopoldsburg), smetten: smɛtǝ (Leopoldsburg), uitsmetten: ø̜jtsmɛtǝ (Leopoldsburg) Met behulp van de smetlijn een rechte lijn aftekenen op een te zagen boomstam of ander hout. Zie ook het lemma ɛsmettenɛ in Wld II.9, pag. 216.' [N 50, 21a; N 53, 204a; monogr.] II-12
smetter, afschrijver uitsmetter: ø̜jtsmɛtǝr (Leopoldsburg) De persoon die het werk van het smetten verricht. Zie ook het vorige lemma en het lemma ɛsmetlijnɛ.' [N 53, 204b] II-12
smeulen smeulen: smeulə (Leopoldsburg) Zacht, langzaam branden zonder vlammen (smeulen, gloeien, veunzen, vrenzen) [N 79 (1979)] III-2-1
smokkelen smokkelen?: shokkelen (Leopoldsburg) verboden goederen, of goederen waarover rechten betaald moeten worden heimelijk over de grens brengen [lörzen, maroderen, smokkelen] [N 90 (1982)] III-3-1
smullen smullen: smullə (Leopoldsburg) smullen; Hoe noemt U: Lekker eten, met veel plezier eten (smullen, smikkelen, snollen) [N 80 (1980)] III-2-3
snauwen snauwen: snauwen (Leopoldsburg) bits, op bijtende toon spreken [snibben, snauwen, bitsen, toesnappen, grauwen, knappen] [N 85 (1981)] III-3-1
snauwen, grauwen snauwen: snauwen (Leopoldsburg) bits, op bijtende toon spreken [snibben, snauwen, bitsen, toesnappen, grauwen, knappen] [N 85 (1981)] III-1-4
snee brood snee: snee (Leopoldsburg) snede; Hoe noemt U: Een snee brood (snee, rondommer) [N 80 (1980)] III-2-3
sneeuwbal sneeuwbal: sneeuwbal (Leopoldsburg), sneeuwbal gooien (Leopoldsburg) Een bal van samengepakte sneeuw [sneeuwbal, jupke]. [N 88 (1982)] || Met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken]. [N 88 (1982)] III-3-2
sneeuwbui sneeuwbui: sneeuwbui.  snīwbōͅy(3) (Leopoldsburg) sneeuwbui, sneeuwvlaag [sneeuwvlei] [N 22 (1963)] III-4-4