e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spotten zwanzen: zwanzen (Leopoldsburg), Van Dale: zwanzen, (gew.) grappen vertellen; streken uithalen.  zwanzen (Leopoldsburg) de spot drijven met [spotten, spreeuwen, truten, zwanzen] [N 85 (1981)] || zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts [grappen] uiten [spreeuwen, spotten, truten, zwanzen, lollen, leuren] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
spreken, praten klappen: ni ɛt klapə (Leopoldsburg), klemtoon op kla  nie hët klappe (Leopoldsburg) Niet luid spreken! [ZND 30 (1939)] III-3-1
spreuk spreuk: spr"k (Leopoldsburg), ən spr"k (Leopoldsburg) een spreuk [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
sproeten sproeten: sproete (Leopoldsburg) sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: sprokkələ (Leopoldsburg) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)] III-1-2
sprookje vertelseltje: vertelselke (Leopoldsburg) een kindervertelsel [spruik] [N 87 (1981)] III-3-1
spruw spruw: sprûûw (Leopoldsburg) Spruw: de ontsteking van het slijmvlies in de mondholte vooral bij zuigelingen; aanvankelijk wordt dit vlies hoogrood en later met witte stippen bedekt (spruw, schuil, steenhuffel). [N 84 (1981)] III-1-2
spuiten spuiten: spèùtə (Leopoldsburg) persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] III-1-2
spuwbakje, kwispedoor spikbak: spiejəkbàk (Leopoldsburg) Spuwpotje of -bakje (spuwbakje, tufbak, speekbak, kwispedoor, kwispeldoer) [N 79 (1979)] III-2-1
staal chantillon (fr.): echantillon (Leopoldsburg) kleine hoeveelheid van een koopwaar die aan de koper getoond wordt om hem over de kwaliteit te laten oordelen [staal, monster, kantje] [N 89 (1982)] III-3-1