e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stof afnemen stof afdoen: stof afdoen (Leopoldsburg) Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)] III-2-1
stofdoek stofvod: stoͅf˃voͅt (Leopoldsburg) een stuk doek dat gebruikt wordt om meubels af te stoffen [ZND 34 (1940)] III-2-1
stoffen pantoffel slof: sloeffe (Leopoldsburg), slufə (Leopoldsburg) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stok of twijg om een kind te straffen lat: lat (Leopoldsburg) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] III-2-2
stokvis stokvis: stokvis (Leopoldsburg) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stola stola (lat.): stola (Leopoldsburg) stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)] III-1-3
stomphoorns versleten hoorns: vǝrslētǝ hōrǝs (Leopoldsburg) Afgebrokkelde of slecht ontwikkelde hoorns. [N 3A, 106c] I-11
stomverbaasd paf: paf staan (Leopoldsburg) zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)] III-1-4
stookgat van de oven ovenscheel: [oven]sxēl (Leopoldsburg) De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b] I-6
stookhuis, plaats voor de veevoerkookketel stookplaats: stōkplø̜ts (Leopoldsburg), voernere: vø̄rnērǝ (Leopoldsburg) De plaats in de stal, of de ruimte vooraan in de stal, waar de veevoerkookketel staat. Soms heeft men geen aparte ruimte voor dit doel en kookt men het veevoer in de bijkeuken. In andere gevallen, zoals in K 358 staat deze ketel meestal buiten, of, zoals vermeld in L 360, heeft men er een apart gebouwtje voor naast de stal. Dikwijls ook kookt men in het bakhuis, waar ook het brood gebakken wordt (L 426), vandaar de frequente (bakhuis)-opgaven; vergelijk de kaart. Zie voor de fonetische documentatie van enkele van deze (bakhuis)-opgaven het lemma "bakhuis" (3.1.2). Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5A, 35c en 60c: L 1, a-m; S 50; monogr.] I-6