e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstelbaar luik boven de varkenstrog plank: plaŋk (Leopoldsburg) Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e] I-6
verstelbare centerboor verstelbare centerboor: verstelbare centerboor (Leopoldsburg) Een boorijzer met een verstelbaar mesje waardoor geboord kan worden met diverse diameters zonder dat de boor verwisseld hoeft te worden. Zie ook afb. 75. [N 53, 172] II-12
verstelbare sponningschaaf regelbare rabatschaaf: rēgǝlbōrǝ rabatsxǭf (Leopoldsburg) Sponningschaaf met verstelbare geleider(s), zodat de breedte en eventueel ook de diepte van de te schaven groef geregeld kan worden. [N 53, 65; N 53, 63b] II-12
verstoppertje spelen stoppertje spelen: stopperke (Leopoldsburg) Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] III-3-2
verstuiken verstuiken: vərstèùkə (Leopoldsburg) haarenkelen: Zijn enkel stuk stoten bij het lopen (haarenkelen). [N 84 (1981)] III-1-2
vertikale paal in een poort sluitknuppel: slø̜̄tknøpǝl (Leopoldsburg), stijp: stip (Leopoldsburg) Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c] I-6
vertrouwen vertrouwen: vertrouwen (Leopoldsburg, ... ) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
vervanger remplaant (fr.): remplacant (Leopoldsburg) iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)] III-3-1
vervelend werk gefoefel: gefoefel (Leopoldsburg) vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)] III-1-4
verveling verveling: verveling (Leopoldsburg) de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)] III-1-4