e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloeden bloeden: blŭjə (Leopoldsburg) bloeden [ZND A2 (1940sq)] III-1-2
bloedzuiger bloedzuiger: blutsø͂ͅgər (Leopoldsburg), bluətsuəgər (Leopoldsburg) bloedzuiger [ZND 33 (1940)] || bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)] III-4-2
bloei bloem: bloem (Leopoldsburg), bloesem: bloesem (Leopoldsburg  [(in de bloesem)]  ) Opgaven voor de uitdrukking "in (de) bloei staan"; het zelfstandig naamwoord. [L 32, 76; monogr.] I-4
bloeien bloeien: (-) bloejt (Leopoldsburg), blūi̯ǝ (Leopoldsburg), in de bloem staan: (-) staoət in de bloem (Leopoldsburg), in de bloesem staan: (-) staoət in den bloesem (Leopoldsburg) De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.] || in bloei staan [ZND 32 (1939)] I-4, III-4-3
bloementuin bloemenhof: bluəmənoͅf (Leopoldsburg) bloemenhof [ZND 27 (1938)] I-7
bloemknop knop: knop (Leopoldsburg, ... ) bot, knop [ZND 34 (1940)] || knop [ZND 34 (1940)] III-4-3
blokschaaf blokschaaf: blǫksxǭf (Leopoldsburg) In het algemeen een korte schaaf, met of zonder keerbeitel, die bestaat uit een rechthoekig schaafblok met een rechte zool. Zie ook afb. 32. Houtbewerkers gebruiken twee soorten blokschaven: de ruwe blokschaaf en de fijne blokschaaf. Zie ook deze twee lemmata. [N 53, 54; N G, 35a; monogr.] II-12
blokschaaf met hoorn duitse schaaf: dø̜̄tsǝ sxǭf (Leopoldsburg) Houten blokschaaf, waarbij vooraan op het schaafblok een hoorn bevestigd is. Zie ook afb. 33. [N 53, 58; monogr.] II-12
bluf stoef: stoef (Leopoldsburg, ... ) opscheppende taal [blaai, paf, ambras, stoef] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bluts bluts: bluts (Leopoldsburg) Deuk: een buiging in een effen opppervlak door een stoot veroorzaakt (buts, bluts, bult, duts, deuk). [N 84 (1981)] III-1-2