e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wit halsboordje colletje (<fr.): ə kŏleͅkeͅ (Leopoldsburg) wit halsboordje (fr. faux-col) [ZND 32 (1939)] III-1-3
wit stervormig vlekje op het voorhoofd hart: hɛrt (Leopoldsburg) Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27] I-9
wit zand, stooizand zand: zànd (Leopoldsburg) De witte stof die vroeger op de vloer gestrooid werd (zand, wit zand) [N 79 (1979)] III-2-1
witte kanten muts waarop een sierkrans werd gedragen frullenmuts: frøləmøts (Leopoldsburg) muts, witte kanten ~ waarop een sierkrans wordt gedragen {afb} [kroezel-, frul-, froezel-, krul-, poffermuts] [N 25 (1964)] III-1-3
witte kanten muts zonder sierkrans floddermuts: floͅdərmøts (Leopoldsburg) muts, witte kanten ~ zonder kroon als doordeweekse hoofdtooi, door oudere en minder gegoede vrouwen ook s zondags gedragen {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
witte kool witte kool: witte koeel (Leopoldsburg) [Lk 05 (1953)] I-7
witte kwikstaart kwikstaart: kwekstɛt (Leopoldsburg), kwikstaart (Leopoldsburg), kwikstet (Leopoldsburg, ... ), kwikstaartje: kwiksteertje (Leopoldsburg) kwikstaart [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] || kwikstaart, wit (Motacilla alba alba L.) [Lk 04 (1953)] || kwikstaart, witte [G 04 (1974)] III-4-1
witte muts met linten lintenmuts: lentəmøts (Leopoldsburg) muts, witte ~ met linten {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
witte muts met sierkrans en afhangende linten nepenmutsje: nēpəmøtskə (Leopoldsburg), cfr. supra 32a.  nēpəmøtskə (Leopoldsburg) muts, grote witte ~ waarop een dikke hoefijzervormige krans met afhangende linten wordt gedragen {afb} [poffer-, kröl-, frul-, knip-, greute muts] [N 25 (1964)] || neepjesmuts, in de betekenis van soort muts; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
witte vlekken wild haar: welt hǭr (Leopoldsburg) Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s] I-9