34060 |
dekbare vaars |
groot rund:
gruǝt rønt (K317p Leopoldsburg)
|
Vrouwelijk kalf dat de eerste tochtigheidsverschijnselen vertoont. [N 3A, 21]
I-11
|
19396 |
deken |
sarge:
səzə (K317p Leopoldsburg)
|
Rechthoekig vaak wollen kleed boven het laken op het bed dat dient als beschutting tegen de kou (sargie, deken) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
30506 |
deklatten |
daklatten:
daklatǝ (K317p Leopoldsburg)
|
De latten op het dak waaraan de stro- of rietbedekking wordt vastgemaakt. [N F, 32b; N 4A, 14a]
II-9
|
20420 |
deksel van een doodskist |
deksel:
deksel (K317p Leopoldsburg)
|
het deksel van een doodskist [scheel, roef] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33916 |
dempig |
dempig:
dɛmpex (K317p Leopoldsburg)
|
Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6]
I-9
|
24476 |
dennenappel |
dennenkegel:
(denne)kegels (K317p Leopoldsburg),
dennenknop:
denneknoppen (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg),
kegel:
kegels (K317p Leopoldsburg)
|
dennenappels [N 75 (1975)] || Kent u dialectbenamingen voor: de denneappels [N 75 (1975)]
III-4-3
|
22087 |
dennennaalden |
naalden:
naalden (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg,
K317p Leopoldsburg),
spelden:
spellen (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg,
K317p Leopoldsburg)
|
dennennaalden [N 75 (1975)] || Hoe noemt u: de naalden van naaldhout [N 75 (1975)]
III-4-3
|
24537 |
dennenwortel |
penwortel:
(m.).
nə peͅnwətəl (K317p Leopoldsburg)
|
penvormige wortel van een denneboom [N 27 (1965)]
III-4-3
|
19167 |
deugniet |
deugeniet:
deugeniet (K317p Leopoldsburg),
kapoen:
kapoen (K317p Leopoldsburg)
|
een ondeugend kind [stinkgat, deugniet] [N 85 (1981)] || een ondeugende jongen die allerlei streken uithaalt [pagadder, horzak, luifer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18291 |
deuk in een hoed |
bluts:
bløts (K317p Leopoldsburg),
əm blyəts (K317p Leopoldsburg),
deuk:
nən døək (K317p Leopoldsburg)
|
deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)] || een deuk [ZND 33 (1940)]
III-1-3
|