18904 |
dwaze, onbezonnen daad |
stommiteit:
stommiteit (K317p Leopoldsburg)
|
een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19260 |
dwingen |
dwingen:
dwingen (K317p Leopoldsburg)
|
het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
eau de cologne (K317p Leopoldsburg)
|
reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20394 |
echtgenoot |
man:
man (K317p Leopoldsburg)
|
de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
vrouw (K317p Leopoldsburg)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18101 |
eczeem |
eczema:
èkzeema (K317p Leopoldsburg)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
īət (K317p Leopoldsburg)
|
een eed [ZND A2 (1940sq)]
III-3-1
|
18942 |
een aanmerking maken |
straffen:
struffen (K317p Leopoldsburg)
|
iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
31915 |
een beitel slijpen |
slijpen:
slē̜ǝpǝ (K317p Leopoldsburg)
|
De beitelsnede scherp maken met behulp van de slijpsteen. [N 53, 48a; N 53, 110; monogr.]
II-12
|
31917 |
een beitel wetten |
afwetten:
afwɛtǝ (K317p Leopoldsburg)
|
De kleine oneffenheden die bij het slijpen zijn gevormd op de snede van de beitel met behulp van een wetsteen verwijderen. Zie ook afb. 72. [N 53, 48b]
II-12
|