32110 |
een profiel beginnen te schaven |
aanzetten:
ānzętǝ (K317p Leopoldsburg),
inzetten:
enzętǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Met behulp van de profielschaaf een profiel beginnen te schaven. Het object bij de volgende woordtypen is steeds de plaatselijke variant van het profiel. Zie ook het lemma ɛprofielɛ.' [N 53, 100a-c]
II-12
|
32109 |
een profiel schaven |
mouluren trekken:
mǫlȳrǝ trękǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Een profiellijst schaven met behulp van een profielschaaf. [N 53, 99]
II-12
|
32111 |
een profiel ten einde schaven |
doorlopen:
dø̄rlūǝpǝ (K317p Leopoldsburg),
uitlopen:
ø̜̄tlūǝpǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Een profiel met behulp van de profielschaaf ten einde schaven. [N 53, 101]
II-12
|
31888 |
een schraapstaal aanzetten |
(een) waat aantrekken:
wǭt˱ āntrękǝ (K317p Leopoldsburg),
opzetten:
ǫp˲zętǝ (K317p Leopoldsburg)
|
De snijkant van het schraapstaal met behulp van het aanzetstaal scherp maken. Bij het aanzetten wordt de snijkant eerst recht gemaakt en vervolgens van een braam voorzien. [N 53, 157]
II-12
|
31965 |
een schroef in het hout slaan |
de amerikaanse tournevis gebruiken:
dǝn amerikānsǝ turnavis ˲gǝbrǭkǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Een schroef met een hamer in het hout slaan, in plaats van ze te schroeven. Op deze wijze bevestigde schroeven zitten uiteraard niet goed vast. Een in het hout geslagen schroef werd in Herten (L 330) een amerikaanse schroef (amerikānsǝ šruf) genoemd. [N 53, 153c]
II-12
|
31962 |
een schroef indraaien |
indraaien:
endrǭjǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Door de meeste respondenten werd ø̄een schroefø̄ of ø̄een vijsø̄ als object opgegeven. [N 53, 153a; monogr.]
II-12
|
22385 |
een spel kaarten |
boek:
boek (K317p Leopoldsburg)
|
Een spel kaarten [stok, spel, speul]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18077 |
een verkoudheid hebben |
een kou gepakt hebben:
k ən ənə kaa gəpakt (K317p Leopoldsburg),
een valling gepakt hebben:
k ən ənə valiŋ gəpakt (K317p Leopoldsburg),
een valling hebben:
vàlling (K317p Leopoldsburg),
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ik heb een valling (K317p Leopoldsburg),
kɛm ən valiŋ (K317p Leopoldsburg)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
33877 |
een veulen werpen |
veulen:
vø̄lǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Als de weeën toenemen, gaat de merrie liggen. De geboorte begint, als de vliezen breken en het vruchtwater wegloopt. [JG 1a, 1b; N 8, 52]
I-9
|
32707 |
een weide scheuren |
blekken:
[blekken] (K317p Leopoldsburg),
blękǝ (K317p Leopoldsburg),
tweeploegen:
twīǝplugǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Een weide scheuren is het omploegen van weiland, vooral om het daarna als akkerland te gebruiken. Voor (delen van) varianten die hieronder in de [... [JG 1a + 1b + 1c + 1d; N 11, 42a + b + c; N 11A, 114 + 115a + b; monogr.]
I-1
|