17981 |
een ziekte onder de leden hebben |
een ziekte onder zijn leden hebben:
hij heet een zikte onder zen lee (K317p Leopoldsburg)
|
ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18851 |
eenvoudig |
simpel:
simpel (K317p Leopoldsburg)
|
zonder overdaad, weelde of vertoon, niet voornaam [bedest, gewoon, eenvoudig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19368 |
eenvoudige of armoedige woning |
barak:
bárák (K317p Leopoldsburg)
|
Een eenvoudige, kleine, soms armoedige woning van hout, riet, stro of plaggen gebouwd (kot, hut, brak, keet, patiek) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21517 |
eenzaam |
afgelegen:
a[o}fgəlegə (K317p Leopoldsburg),
eenzaam:
eenzaam (K317p Leopoldsburg)
|
alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)] || het huis ligt zo eenzaam, zo afgelegen [ZND 34 (1940)]
III-3-1
|
18960 |
eerlijk |
eerlijk:
eerlijk (K317p Leopoldsburg)
|
zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22330 |
eerlijk in het spel |
eerlijk:
eerlijk (K317p Leopoldsburg)
|
Eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17585 |
eerste baardharen |
duivelshaar:
duuvelshoar (K317p Leopoldsburg)
|
baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20520 |
eetbare slak |
karakol:
kàràkol (K317p Leopoldsburg)
|
slak; Hoe noemt U: Een eetbare slak (karakol, kreukel) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33709 |
egaliseren |
gelijkschoffelen:
gǝlē̜ksxǫfǝlǝ (K317p Leopoldsburg)
|
De grond met de schop egaliseren, al spittend gelijkmaken. [N 27, 11]
I-8
|
32788 |
eggen |
egen:
ēgǝ (K317p Leopoldsburg)
|
Het land met de eg bewerken, met de eg over het land gaan. Bedoeld wordt die bewerking waarbij de tanden van de eg door de grond gaan. Voor de bewerking van de grond met een ondersteboven gekeerde eg zie men het lemma ''slepen''. De verschillende manieren van eggen komen in de volgende lemmata aan de orde. NB 1. Hieronder worden de typen eegden, egen en eggen onderscheiden. Onder verwijzing naar dit lemma wordt het betrokken woord(deel) in de volgende lemmata door ''eggen'' resp. ''eggen'' gesubstitueerd. 2. In de volgende lemmata is het werkwoordelijk deel eggen bij de dialectvarianten kortheidshalve weggelaten. In verband daarmee wordt eventuele assimilatie c.q. invoeging van een verbindings-n aan het slot van het aan eggen voorafgaande woord(deel) niet tot uitdrukking gebracht. [JG 1a + 1b; N 11, 79; N 11A, 170; N 15, 3; R 3, 4; div.; monogr.]
I-2
|