e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glijbaan schuifaf: schuifaf (Leopoldsburg) Het speeltuig (vooral in speeltuinen) waarbij men langs een gladde baan van een platform naar beneden kan glijden [glijbaan, borsie, ritsbaan, roetsjbaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
glijden schuiven: schèùvə (Leopoldsburg, ... ) Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-1-2, III-3-2
glimlachen glimlachen: glimlachen (Leopoldsburg) onhoorbaar lachen door de mond te vertrekken [monkelen, glimlachen] [N 85 (1981)] III-1-4
gluiperd kattin: kattin (Leopoldsburg) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] III-1-4
gluiperig slinks: slinks (Leopoldsburg) huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
goed liggen voorwaarts: voorwaarts (Leopoldsburg) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goed luisteren goed horen: gut hoërə (Leopoldsburg), goed luisteren: goed ləstrən (Leopoldsburg) goed luisteren [ZND 30 (1939)] III-1-1
goed opschieten met zijn werk opschieten: opschieten (Leopoldsburg) goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)] III-1-4
goed uit de weg kunnend vlot: vlǫt (Leopoldsburg) Gezegd van een paard dat goed te been is. [N 8, 64d] I-9
goede vleeskoe vette koe: vɛtǝ kui̯ (Leopoldsburg) Breedgebouwde en goed in het vlees zittende koe. [N 3A, 141b] I-11